SamenLoop voor Hoop 27 en 28 juni 2015

De tweede editie van het 24-uurs wandelevenement tegen kanker op de atletiekbaan van Sportpark Rozenoord in Bergen op Zoom heeft meer dan € 170.000 opgebracht voor het KWF. VPTZ West-Brabant & Tholen is een van de meer dan zestig teams die hier hun steentje aan hebben bijgedragen. Met de verkoop van kaarten, zelfgemaakte knuffels, kandelaars, hartjes en sterren, met een sjoelbak (sjoelen voor € 1) en de 22 vrijwilligers die om beurten meeliepen.

Het wij-gevoel overheerst tijdens het evenement, survivors worden in het zonnetje gezet en er wordt stilgestaan bij de naasten die dit helaas niet meer kunnen meemaken. Het is een weekend vol uiteenlopende emoties.

VPTZ kent het leed achter de voordeur waarvan men vaak geen weet heeft. VPTZ vrijwilligers zijn geschoold en ervaren in het er Zijn als het er om gaat.

SLvH3

SLvH2   SL4 SL

 

Tekst en foto’s: Louise Smit

Workshop Sterven met de oorlog

Sterven met de oorlog

Scholing is belangrijk voor de vrijwilligers van de VPTZ, het helpt hen hun cliënten nóg beter bij te kunnen staan. Daarom biedt VPTZ afdeling West-Brabant & Tholen de workshop ‘Sterven met de oorlog’ aan. Een interessant onderwerp, wat bedoelt men daarmee?

De middag wordt verzorgd door Drs. Josée Netten, zij is verbonden aan Cogis, het kennisinstituut voor de sociale en psychische gevolgen van oorlog, vervolging en geweld. Daarnaast werkt zij voor Stichting Impact waar Cogis organisatorisch mee samengegaan is. Stichting Impact is het Landelijk kennis & adviescentrum psychosociale zorg en veiligheid bij schokkende gebeurtenissen. Het biedt advies en ondersteuning aan diverse organisaties en overheden over psychosociale zorg en veiligheid bij rampen, crisis, of andere schokkende gebeurtenissen Denk daarbij bijvoorbeeld aan de aanslag op de MH17, een tsunami of een ernstig ongeval zoals een kettingbotsing waar vele mensen het leven laten

20150624 Josee Netten

Tijdens het kennismakingsrondje stellen de vrijwilligers zich voor en vertellen of zij persoonlijk, of wellicht bij cliënten, te maken hebben gehad met oorlogstrauma’s. Josée benadrukt dat ‘wat hier vanmiddag verteld wordt, ook hier blijft’. Die informatie is privé.

Traumatische gebeurtenissen, wat doen die met een mens? “Mensen ervaren, of zijn getuige van een doodsdreigende situatie. In een direct gevolg van dit trauma kunnen zij zich machteloos voelen en het gevoel hebben de controle te verliezen. Ook in het proces van het ouder worden en sterven kan als machteloosheid en controleverlies ervaren worden. Daardoor kan een eerder, niet goed verwerkte ervaringen uit het verleden, weer naar boven komen. Het ene verlies kan het andere, een oud verlies, reactiveren. Toch, de geest van de mens is behoorlijk sterk”, zo vertelt Josée, “veel van de schokkende gebeurtenissen kunnen de mensen, al kost het tijd, pijn en moeite, met behulp van ondersteuning van familie en vrienden goed zelf verwerken. Ze hebben daar meestal geen professionele hulp of behandeling bij nodig. Ongeveer één op de vijf personen heeft daarbij wel specialistische hulp nodig”.

De druk van een oorlogstrauma kan zwaar wegen binnen een gezin. Er kan sprake zijn van een geheim, kinderen zien hoe zwaar hun ouders het hebben en nemen de rol over, kunnen geen kind zijn.

Wat te doen?

Dat is natuurlijk dé vraag van de vrijwilligers. Er is deze middag veel plaats voor interactie, ideeën worden uitgewisseld. Wat heel erg naar voren komt is de behoefte aan informatie over de cliënt. Het weten, hoe de cliënt zich voelt, wat deze heeft meegemaakt en waar de vrijwilliger op moet letten is erg belangrijk. Daarbij is het kennen en herkennen van de triggers erg van belang. Josée draagt veel ideeën aan, steeds is er interactie met de vrijwilligers: wat vinden de vrijwilligers ervan als ze agressie ervaren? Hoe gaan ze om met dementerenden, wat vinden ze vooral belangrijk om te weten over hun cliënt? Aan de hand van een tweetal casussen komen de vrijwilligers, in groepjes van vier, in gesprek. Hoe kunnen ze de cliënt het beste benaderen, waarom zo, waarom juist niet op een andere manier? En de mantelzorgers, ook die vragen aandacht. Gelukkig is de mantelzorger bij de vrijwilligers van de VPTZ enerzijds van grote waarde in het krijgen van informatie, maar ontvangen ook zij de zorg en aandacht van de vrijwilligers.

20150624 In kleine groepjes

De middag is veel te kort, er is zoveel te vertellen over dit onderwerp. Daarom heeft Josée gezorgd voor brochures waarin zij de handvatten aangeeft voor het herkennen van de triggers en hoe je daarmee om kunt gaan, ze kunt vermijden. Tevens één met helpende reacties: hoe kun je zieke en stervende mensen, bij wie een oorlogsachtergrond meespeelt, het beste helpen. Tot slot kunnen de vrijwilligers ook een afschrift van de presentatie mee naar huis nemen. Om deze nog eens na te lezen, te bewaren en wanneer nodig kunnen deze brochures de vrijwilligers helpen hun cliënt met nóg meer zorg en kennis tegemoet te treden.

20150624 SMDO Uitdelen leerstof

 

Tekst: Rianne Uijtdewillegen

 

 

 

 

 

 

 

Première Café Doodgewoon

Op 18 juni 2015 opent Ellen van der Weijde van VPTZ West-Brabant & Tholen de eerste bijeenkomst als volgt: “Vorig jaar rond deze tijd is het idee ‘geboren. Wij, het Netwerk Palliatieve Zorg en de VPTZ, hebben toen besloten een werkgroep samen te stellen om Café Doodgewoon op de rails te gaan zetten. Het doel is, op een informele manier, alle zorgverleners uit West-Brabant en Tholen met elkaar in contact te brengen, om samen ervaringen uit te wisselen en informatie te delen”.

Ja, en hier zijn wij dan met z’n allen, bij de aftrap voor het eerste Café Doodgewoon!

“Vanavond zal Nicoline van de Beek het ‘Theater van de laatste dagen’ voor ons opvoeren”.

Nicoline komt het toneel op, ze heeft een boodschappenwagentje bij zich.

“Heeft u dat nu ook? Als ze u iets vragen, dat u dan gelijk ‘ja’ zegt? Ik wel. Dus toen ze me hiervoor vroegen zei ik ook gelijk ‘ja’. Nou is dat niet erg maar later dacht ik wel: palliatieve zorg, wat is dat eigenlijk?”

Nicoline van de Beek brengt een voorstelling op de planken over werken in de palliatieve zorg. Dat doet ze vooral met een kwinkslag, humor en veel expressie. Eerst ontdoet zij zich van haar ‘polkadot jurk’, waarbij ze zich intussen nog hardop afvraagt of ze in ’s hemelsnaam maar hoopt dat ze nog daaronder iets aan heeft. Het valt mee, een groene jurk komt tevoorschijn en daaroverheen, heel slim bedacht, een schort die zij en passant over haar hoofd trekt. Wat wroeten in het wagentje levert een pruik op die de outfit compleet maakt, zij stelt zich voor als ‘Ada Vogelezang’.

Ze werkt, zo vertelt ze, in een verpleeghuis waar ze net bij een meneer vandaan komt die vroeger rector is geweest. Ze doet haar werk graag: “met me hart, ziel en Sunlightzeep”, betoogt ze met haar Amsterdamse accent. Ze vertelt dat meneer zijn kinderen niet zoveel ziet: ‘die zijn het aan het maken’, ik heb gevraagd ‘wat dan?’, maar daar kreeg ik geen antwoord op.”

Ze vertelt over de briefjes met daarop de werkzaamheden die steeds langer worden, de beschikbare tijd hiervoor korter. En dat meneer het niet zo meer naar zijn zin heeft, hij praat over de dood. Maar ja, ze moest weer weg. En nee, ze had als huishoudelijke hulp nooit geleerd hoe je daarover moet praten. Ze zat ermee, kon er niet van slapen.

20150618 CD Ada Vogelenzang

Daarop vertelt ze over de consternatie: ze is bij een mevrouw aan het werken en hoort tumult op de gang. ‘Heel professioneel’ verzint ze voor de mevrouw een smoes en gaat op onderzoek uit. En daar, via de grote glazen pui is het lichaam van meneer te zien. Ze is ontdaan. Het lichaam wordt weggehaald, een beetje sneaky, door een begrafenisondernemer. Er is geen afscheid mogelijk voor de medebewoners, een gemiste kans. “Want, als ik het had mogen regelen, dan had ík hem verzorgd, op zijn eigen kamer”. Dan volgt een bijzonder gedeelte van de uitvoering. Zij beeldt uit hoe daar een kist staat, waarin het lichaam van meneer. Ze steekt vier denkbeeldige kaarsen aan. Ze staat te kijken, intens, respectvol. Van een glimlach verandert haar gezicht in een grimas van verdriet, ze pinkt een traan weg. Ze schikt de kleding, kamt de haren, wrijft ze nog even een beetje opzij. Het ziet er zó echt uit. Er klinkt muziek en daarbij vogels, zij spreidt haar armen, beeldt een opvliegende gans uit, een afscheid, je hoort de vogels gakken op de achtergrond, ze zwaait ze uit. Het is een dieptepunt in haar werk, “het heeft iets behoeftigs”, zo vindt zij.

Dan is daar meneer van Haren – een mannenstem – die haar steun en toeverlaat wordt. Hij vertelt haar dat ze goed bezig is, maar dat het werk niet goed is voor haar. “Jij ziet het verhaal achter de mens”. Er is ander werk voor haar, thuis in het grote huis van haar hart. Zo komt het dat haar huis verandert in een hospice, ze neemt cliënten aan. Eerst één, maar steeds meer. Overal in haar huis staan bedden en zij verzorgt de mensen. Met veel gevoel en aandacht voor hen. Op een meesterlijke manier komen alle aspecten van zorg naar voren, hoe ze daarmee omgaat. Meneer van Haren is steeds op de achtergrond, zij mag zorgen voor gezelligheid: ”leun maar op mij”, zo verzekert hij haar. Als ze hem over de cliënten vertelt wijst hij haar daarop: “praat niet over de cliënten, maar mét hen”. Het zijn allemaal mensen met een geschiedenis. Sommigen zijn bang om te sterven, praten over euthanasie. Een mevrouw is bang om te stikken, de ander praat over oorlog. “Ik ben geen filosoof”, zo verontschuldigt Ada zich, “wat moet ik toch tegen ze zeggen?”

En steeds is meneer van Haren daar met wijze raad: ‘zorg dat familiekwesties achter de rug zijn’. De ganzen komen nogmaals overvliegen. Eén ervan is er voor háár, verteld Ada. Ze zwaait met haar zakdoek…

Ze laat al haar cliënten een brief schrijven, met daarin hun wensen. Die is voor hun familie. Er komt een dochter op bezoek. Als zij terugkomt van het bed van haar moeder heeft ze het moeilijk.

Als mijn moeder niet eet, dan gaat ze dood”. Ada slaat haar arm om de dochter heen. “Maar dat is wat ze zelf wil”, antwoordt zij. De dochter vertelt dat ze een gesprek heeft gehad met haar moeder. Ze heeft het er moeilijk mee dat daar andere mensen bij aanwezig waren, er was geen ruimte voor privacy. Dat wordt direct gerealiseerd.

Steeds komen er andere aspecten van de zorg naar voren zoals in het volgende fragment: Ada hoort tijdens een uitstapje iets wat zij belangrijk acht voor de cliënten. Vol enthousiasme wil ze dat gaan vertellen. Meneer van Haren houdt haar echter tegen: het ‘nieuws van buiten’ kan gigantisch hard aankomen voor de mensen binnen. Loop zachtjes, kies je kleding en schoeisel, denk na voor je parfum gebruikt. “Wees de kalme versie van jezelf Ada”. Wat je niet weet, dat kan je leren. Meneer van Haren maakt haar dit duidelijk door haar op een – denkbeeldige – ladder te laten klimmen om pruimen te plukken. Die pruimen, verschillend van rijpheid, staan voor de vele aspecten van de palliatieve zorg. De één moet nu worden geplukt, dat aspect is nu aan de orde. De andere blijven nog hangen, dat heeft nu nog geen prioriteit. Een kwestie van de binnenwereld naar buiten brengen, “je hoeft er alleen maar te zijn”. Ze sluit af met ‘het gevoel’ dat ze toch iets verkeerd doet: “Ik ben begonnen met 28 palliatieve cliënten, drie jaar geleden. Ze zijn er allemaal nog”.

20150618 CD1 6

Het is tijd voor verdieping. Nicoline stelt drie vragen en de mensen worden verzocht, in groepjes van drie, hun antwoorden met elkaar te delen. En als de bel klinkt, is de volgende aan de beurt. De aanwezigen zijn in geanimeerd gesprek. De bel klinkt voor velen veel te snel. Het zijn onderwerpen die na aan het hart liggen.

Later, in een grote kring vertelt ieder, die dat wil, – heel erg kort – , wat hij of zij zo bijzonder vond aan de voorstelling.

Een paar antwoorden: Alle competenties waren aanwezig, toch had Ada nog veel te leren/ beeldend/ rust, liefde en eerbied/zorgen vanuit het hart/de gesprekken/leren waarnemen wat er is, niet je eigen ego/iets moois mee gekregen om aan terug te denken/de ganzen en de pruimenboom…

Een stuk met een lach en een traan. Voor niemand zal een vlucht ganzen of een pruimenboom ooit nog hetzelfde zijn.

20150618 CD1 7

Tekst: Rianne Uijtdewillegen

 

Gedichterbij

De Stichting Roparun Bergen op Zoom heeft een GEDICHTERBIJ bundel uitgegeven t.b.v. de Roparun. Op 7 mei is hieraan aandacht besteedt door TV ZuidWest in het programma M2. Eén van de gedichten is geschreven door een vrijwilliger van VPTZ West-Brabant & Tholen. Rianne Uijtdewillegen heeft in dit programma haar gedicht voorgelezen. (http://www.zuidwesttv.nl/tv/m2 )

De GEDICHTERBIJ bundel  werd op zondagmiddag 24 mei gepresenteerd tegenover ’t Rijks, Burg. Stulemeijerlaan, Bergen op Zoom. De bundel is te koop voor € 5,- (meer mág ook), de opbrengst gaat naar de St. Roparun en gerelateerde Roparun doelen in de regio.