30-jarig Jubileum VPTZ West-Brabant & Tholen

Op 11 november 2016 vierde de stichting VPTZ West-Brabant & Tholen haar 30-jarig bestaan in het Bravis ziekenhuis in Roosendaal. Zo’n 90 VPTZ-ers, bestuurders  en zorgverleners bezochten deze heuglijke bijeenkomst.

De eerste spreker, voorzitter Bram Klijnsma, stond stil bij het begin van de inzet van vrijwilligers in de terminale fase in Nederland, in de Achterhoek van de jaren 70 van de vorige eeuw. VPTZ West-Brabant & Tholen biedt inmiddels per jaar ondersteuning  aan 135 palliatieve terminale cliënten in de regio met zo’n 55 zorgvrijwilligers en 15 andere vrijwilligers. Ook met een groot aantal zorginstellingen in onze regio  is inmiddels samenwerking ontstaan. Want hoewel onze organisatie gericht is op de thuis situatie, doen zich sinds de scheiding van wonen en zorg in de zorginstellingen, vergelijkbare situaties als thuis voor.

vptz_westbrabanttholen_30jaar_11-bram

Met het oog op een bijdrage om  in West-Brabant de samenwerking in de palliatieve zorg te verbeteren hebben we bovendien  ‘Café Doodgewoon West-Brabant’ opgezet. Dit in nauwe samenwerking met het Netwerk Palliatieve Zorg. Vier maal per jaar wordt een thema uit de palliatieve zorg uitgediept en alle geïnteresseerden zijn welkom. Wij participeren ook in Patz teams.  PaTz staat voor Palliatieve Thuiszorg. Dit project heeft tot doel de samenwerking tussen huisartsen en wijkverpleegkundigen te bevorderen en hun deskundigheid te verhogen waardoor de kwaliteit in de palliatieve thuiszorg toeneemt.

Bram sloot  af met het uitspreken van de overtuiging dat wij met onze zeer gemotiveerde VPTZ -ers nog vele jaren ons mooie werk mogen en kunnen voortzetten en gaf  het woord aan geestelijk verzorger Myriam Verwiel.

vptz_westbrabanttholen_30jaar_12-myriam

Myriam leidde de door haar geproduceerde dansvoorstelling in. Deze  voorstelling is tot stand gekomen door haar persoonlijke ervaringen in de zorg. Ervaringen die gelden voor elk ander beroep waar mensen met mensen werken. Daar waar je er als werker wilt zijn voor de ander. Dat is niet altijd makkelijk omdat je met een weerbarstige praktijk van doen hebt. Er zijn geld, tijd, protocollen, factoren van buitenaf die je kunnen vastleggen, waardoor je minder toekomt aan die mens waarvoor je werkt.

Men kan daardoor in een spagaat raken: het er willen zijn voor de ander enerzijds en het ervaren van de druk anderzijds. De ervaring van die spagaat en hoe daarin innerlijke ruimte te scheppen wordt met deze dans  verbeeld, verklankt en verwoord.  Margot Kerstens is de choreografe, de dansgroep is ‘in-10-ce’ uit Etten-Leur, accordeonist is Loes Dircken en  de twee Travelin’ light-mannen zijn Jan en Arthur, de teksten en het idee komen uit de koker van Myriam Verwiel.

Myriam legde uit  dat de abstracte dans bestaat uit 5 fasen:

–              Hoe een mens controle probeert te houden,

–              de grip verliest, verdrinkt in chaos,

–              om dan wankelend te realiseren dat je jezelf kunt herpakken.

–              Daar begin je innerlijke ruimte te maken, waar je mag wankelen.

–              Tot slot zie je dat de dansers een weg vinden. De muziektekst zegt dan: We are proud individuals: de dansers gaan staan voor wat zij belangrijk vinden.

Myriam is  benieuwd of men de spagaat herkent en herkent dat innerlijke ruimte een kernbegrip is. Die innerlijke ruimte is van belang om niet uiteen getrokken te raken. Vanuit die innerlijke ruimte hebben we contact met onszelf, kunnen we tot rust komen en kan er liefde en een eigen pad oplichten. Vanuit innerlijke ruimte kunnen we ER ZIJN, met aandacht. Als je de tijd kunt nemen om stil te zijn, als je contact mag maken met de mens die je begeleidt en diens tempo volgt. Dan  kun je wachten op wat er ontstaat, mag je jezelf verwonderen. Dan ontstaat er een ruimte waarin van alles mogelijk wordt.

Wat volgde was de prachtige dans en het betoverende accordeonspel van Loes Dircken. Het aanwezige publiek kon niet anders dan ontroerd raken. Na 45 minuten nam regiocoördinator Ellen van der Weijde het woord en polste het publiek naar reacties naar aanleiding van deze voorstelling. De vragen kwamen vanzelf. Herkenning is het sleutelwoord. Men is enorm onder de indruk van deze jonge meiden, die de fasen zo intens hebben kunnen uitbeelden. Menigeen heeft een traan moeten wegpinken.

vptz_westbrabanttholen_30jaar_27-ellen-speech

Na de uitreiking van bloemen sloot Ellen de avond met een pleidooi af. De keuze of men in het laatste stukje van het leven thuisblijft in de eigen vertrouwde omgeving of bijvoorbeeld naar een hospice wil  moet altijd blijven bestaan. En als mensen ervoor kiezen thuis te sterven, dat ze dan gebruik kunnen maken van zowel een thuiszorgorganisatie als van de inzet van onze vrijwilligers. Ieder met zijn eigen expertise. Inmiddels  is het gelukkig zo dat  verzorgenden steeds vaker uit eigen ervaringen weten hoe belangrijk onze inzetten kunnen zijn. Je ziet dan, dat onze introductie hierdoor makkelijker verloopt. En nog steeds hoort V{TZ West-Brabant & Tholen, na30 jaar: Hadden wij maar eerder van jullie bestaan geweten.

Ellen vervolgt: “Waar wij hier met z’n allen goed in zijn is praten over de palliatieve zorg  in de breedste zin van het woord. Maar voor heel veel mensen is het nog een ver van mijn bed show. Daarom  ondersteunen wij als organisatie het PalliaLiefje, het symbool voor  liefdevolle  palliatieve zorg en het bespreekbaar maken hiervan”. Daarom is er voor iedereen  aanwezig  een PalliaLiefje.

vptz_westbrabanttholen_30jaar_03-pall

Tot slot waren er de woorden van dank: aan de collega’s in de palliatieve zorg, voor de betrokkenheid en samenwerking ; aan de bestuursleden, voor hun expertise en warme betrokkenheid; aan de coördinatoren, het bijzondere werk dat zij vrijwillig verzetten en natuurlijk aan alle vrijwilligers, zo bijzonder iedereen op eigen wijze is. Bij tij en ontij gevraagd worden voor een inzet, vaak met zoveel warmte en liefde. “Zonder jullie hadden wij geen organisatie. Dat jullie weten dat wij jullie op handen dragen. Ik wil jullie vragen om dadelijk  naar voren te komen zodat wij jullie allemaal een roos kunnen geven als dank”. En dat gebeurt. Daarna wordt er gedronken en geproost. Leve de VPTZ!

vptz_westbrabanttholen_30jaar_30-bloemen-louise-en-maria

Tekst Louise J Smit

Fotografie Raymond Koek

 

 

Monuta Charity Fund

Op donderdag 17 november mochten Louise Jorritsma-Smit, Leanne Otto en Ellen van der Weijde de cheque van het Monuta Charity Fund in ontvangst nemen.

Marius Terol en Suleika Schoumacher zijn sinds 2007 franchisenemer bij Monuta in Bergen op Zoom. Suleika heeft als ambassadeur van het fonds de aanvraag van het team Café Doodgewoon West-Brabant ondersteund.

Vier maal per jaar wordt een Café Doodgewoon gehouden in de Binnentuin van Thuiszorg West-Brabant, Belder 2-4, 4704 RK te Roosendaal. Aan de hand van thema-avonden worden formele en informele zorgverleners uit West-Brabant en Tholen met elkaar in contact gebracht en kunnen ervaringen worden uitgewisseld. Zo wordt door kennis te delen en ondersteuning te bieden het gesprek over het levenseinde gestimuleerd.

Door de ongedwongen sfeer en de laagdrempeligheid wordt de transmurale samenwerking versterkt en weten de hulpverlenende organisaties elkaar beter te vinden. De palliatieve zorg aan de patiënt en zijn/haar naasten wordt zo geoptimaliseerd.

De organisatie van Café Doodgewoon West-Brabant is in handen van VPTZ West-Brabant & Tholen en het Netwerk Palliatieve Zorg.

Onderstaande foto’s zijn van Café Doodgewoon West-Brabant uit 2016, met o.a. Luizter, Lilian Boudewijn,  een presentatie  van de Inloophuizen in Bergen op Zoom en Roosendaal en het Kenniscentrum van Avoord uit Etten Leur en schrijfster Jacintha van Harteveld.

20161117-lilian-web  20161117-lilian-en-luizter2-web

20161117-lilian-en-luizter-web

20160915-symbolen  20160915-jvh

 

 

 

Staatssecretaris van Rijn: Vrijwilligers absoluut onmisbaar

Op 6 oktober 2016 vond de Internationale Dag van de Palliatieve Zorg plaats. Tijdens de bijeenkomst in Gouda sprak staatssecretaris Van Rijn de bijzonder hoogleraar Vrijwilligers Palliatieve Terminale zorg , Anne Goossensen, en de bezoekers toe via een videoboodschap: ‘De inzet van opgeleide vrijwilligers in de palliatieve terminale zorg is absoluut onmisbaar’.

VPTZ-lid Terminale zorg thuis en hospice Midden Holland organiseerde op de Internationale Dag van de Palliatieve zorg een lezing door Anne Goossensen, bijzonder hoogleraar Vrijwilligers Palliatieve Terminale Zorg Nederland over de waarde de vrijwilligers. Staatssecretaris Van Rijn sprak via een videoboodschap zijn waardering uit voor haar hoogleraarschap. De staatssecretaris vindt de inzet van opgeleide vrijwilligers in de palliatieve zorg absoluut onmisbaar. Hij heeft er met de aanpassing van de subsidieregeling dan ook voor gezorgd dat zij steeds meer ingezet kunnen worden. Niet alleen in hospices of thuis-situaties, maar vanaf nu bijvoorbeeld ook in verpleeg- en verzorgingshuizen.

VPTZ West-Brabant & Tholen heeft al jaren geleden afspraken gemaakt met zorginstellingen in de regio. De toegevoegde waarde van gespecialiseerde VPTZ-vrijwilligers staat buiten kijf.

 

Afscheid

Tijdens de laatste grote vrijwilligersvergadering op 11 oktober namen wij officieel afscheid van de vrijwilligerscoördinatoren Lenny Verresen en Monique Snepvangers. Monique kwam meer dan 15 jaar geleden als vrijwilligster bij VPTZ West-Brabant & Tholen, Lenny zes jaar geleden.

Partir c’est mourir un peu, maar dat geldt niet voor beide dames, want wij gaan hen zeker nog ontmoeten bij de bijeenkomsten van Café Doodgewoon West-Brabant, het jubileum, etc. Wij zijn hen enorm dankbaar voor de vele jaren die zij hebben besteed aan het bijstaan van de medemens in nood en wensen hen alle succes met hun bezigheden in de toekomst.

Gemma Wagemakers en Hermie Derks zijn inmiddels in de voetsporen van Lenny en Monique getreden. Het vijfkoppige coördinatorenteam is daarmee weer compleet.

Bij VPTZ West-Brabant & Tholen bieden 55  vrijwilligers hulp en ondersteuning bij de mensen thuis, om daarmee de mantelzorgers van cliënten in de palliatieve terminale fase te ontlasten.

Ook worden we gevraagd in verzorgings-, verpleeghuizen en andere instellingen. “Laat niemand in eenzaamheid sterven” is de slogan van de Vrijwilligers Palliatief Terminale Zorg ( VPTZ) in de samenwerking met verpleeg- en verzorgingshuizen.

 

Lenny Verresen co (1)  Lenny       Monique Snepvangers (co) Monique

 

Het afscheidslied werd geschreven door Joke Frankhuijzen.

con2-web

con-1-web

 

Bestuurslid Marijke de Kraker hield een mooie speech aan het begin van de avond.

marijke-web

 

Sterven als een reis naar het onbekende

Een lezing door Jacinta van Harteveld

“Op de weg hier naar toe, was mijn Tomtom even van slag. De weg was kennelijk veranderd en dat bracht hem in de war. Zo kwam er een herinnering bij mij naar boven. Er was in het hospice waar ik werkte een mevrouw. Ze was stervende en ze vertelde me: ‘Het is zo druk op de weg, ik kom er niet doorheen’.” Zo begint Jacinta haar lezing in de binnentuin van TWB waar vandaag ( 15-09-2016) Café Doodgewoon wordt gehouden.

Jacinta Harteveld was elf jaar coördinator in het van Hospice Issoria in Leiden. Haar verhalen uit die periode zijn talrijk. Ontspannen staat zij naast een tafeltje waarop zij een aantal voorwerpen, symbolen, heeft neergelegd die zij opdiept uit een rugzak. Tijdens haar verhaal komt ze daarop terug. Want, zo zegt ze, zo zitten wij hier allemaal bij elkaar. Ieder met onze eigen rugzak.

20160915-jvh     20160915-symbolen

Werken in het hospice bracht Jacinta veel bijzondere ervaringen. Ze zag mensen overlijden, de weg ‘daar naartoe’ was voor iedere persoon uniek, maar ook waren er punten van herkenning. Jacinta lepelt een aantal verhalen op, ze staan beschreven in haar boek: Leven in het zicht van de dood.

“Een vrijwilligster kwam naar me toe, ze vertelde dat mensen in het hospice, in het laatste stukje van hun leven, vaak eenzaam zijn. Hoewel ik eerst niet zo naar haar wilde luisteren was dit toch de start van een zoektocht. We onderzochten lange maar ook kortere periodes.”

Wanneer jij, of iemand uit je omgeving te horen krijgt dat je gaat sterven staat je wereld op zijn kop. Emoties als boosheid, verdriet, onmacht. Je wordt afhankelijk door je ziekte. Je moet wellicht chemo ondergaan. Je wilt niet dood maar het doet iets met je leven. Als er dan verteld wordt dat er niets meer is, dan is dat soms ook een opluchting.

Jacinta: “Want, vertelde iemand mij: ‘je hoort niet eigenlijk meer tot de levenden. Je baant slechts voor jezelf een weg. Mensen kijken op een andere manier naar je, in een ander perspectief. Die blík als men vraagt: ‘hoe is het met je?’ Je hele leven verandert.’ Een mevrouw in het hospice zette iedere dag haar wekker. Dan belde zij naar huis zodat de kinderen op tijd zouden opstaan om naar school te gaan. Zij ontleende daar waarde aan. Ze kón het gezin en het leven nog niet loslaten. Dat heeft ook lang geduurd. ‘Toch’, zo vertelde zij mij, ‘toch zijn de kinderen zich aan het terugtrekken. Zij zijn aan het loslaten’, na zo’n boodschap verandert immers alles, er ontstaat een geheel nieuwe verhouding tot het leven.”

Het is een heel verwarde periode. Ook voor de omgeving. Niet altijd kan begrip opgebracht worden als een afspraak afgezegd wordt. Omdat het lijf het eenvoudig niet kan opbrengen. Soms verwachten mensen nog teveel. Via familiegesprekken kan je duidelijk maken waar mensen in de omgeving van de stervende staan. Jacinta: “Daar is deze ‘praatsteen’ voor. Wie de steen vast heeft, mag praten. Zo krijgen ook de zwijgers een stem, vertellen wat het met hem of haar doet. Door de verhalen zo te delen wordt de rugzak lichter.”

Wat zeggen mensen als ze gaan sterven? Wat kan je zien of opmerken over die naderende dood. Hoe is een delier te onderscheiden van de subtiele aanwijzingen die er gegeven worden? Allemaal vragen, moeilijk te beantwoorden. Een delier is een gevolg van een gesteldheid en is te behandelen. De aanwijzingen zijn van een naderende dood zij legio. Van: ‘ga ik nu naar huis?’ of ‘staat mijn koffer klaar?’ tot vragen om sleutels, een jas, een pet meenemen naar de operatiekamer waar een levensgevaarlijke operatie ondergaan moet worden. In tegenstelling tot een delier is hier geen sprake van verwardheid. Goed luisteren is hier erg belangrijk. Als je dat doet kan je de juiste antwoorden geven en de stervende geruststellen. Wellicht ook de familie opmerkzaam maken van het naderende einde.

Wat ook opmerkelijk is, vaak ziet de stervende kleuren, of landschappen. Of er komen overleden personen op hun pad. De kleuren en landschappen zijn erg mooi, ze hebben er geen woorden voor. Dit heeft ook niets te maken met het geloof in leven na de dood. Ook mensen die daar beslist níet in geloven zien ze. Soms komt het voor dat zij zich op twee plekken tegelijk wanen. ‘Zojuist was ik toch ergens anders?’ Alsof ze nog even heen en weer gaan. Mensen hebben ook de nijging tot bewegen. Dat lijkt van binnenuit te komen. Een drang om ‘ergens uit’ te komen. Alsof het eigen lichaam te krap zit. Soms kan het helpen om kleding te verwijderen, een broekje (inco) uit te doen. Want wat kán je verder doen? Een hand vasthouden, vertellen dat de stervende ‘los mag laten’.

Het is goed om meer te weten over de persoon waarbij je waakt. Bijvoorbeeld: hoe nam hij of zij gewoonlijk afscheid? Was dat kort en bondig of bleef het bij steeds aanraken en zwaaien? Dat kan terugkomen in de manier van sterven.

Jacinta leest een gedicht voor van Anne Metz, het heet: Tastend dichtbij. Ook dit is in het boek opgenomen.

20160915-4

Afsluitend volgt er interactie met de mensen in de zaal. Verhalen komen los, herinneringen. Vragen hoe te reageren op de fysieke tekenen van het sterven. ‘Hoe zie je het nou, dat iemand gaat sterven?’ De bekende tekenen worden besproken: het stokken van de ademhaling, het reutelen.

Tot slot leest Jacinta nog een stukje voor uit haar boek, het stukje over Sonja en Peter waarin zij vertelt hoe de kinderen, Sonja en Peter vertellen hoe zij zich voelen. Sonja volgens haar dochter maar een oud vrouwtje moet worden – nog lang bij hen moet blijven – en vooral geen nieuwe papa moet nemen. De toekomst zal het uitwijzen.

Het is een weg, dat laatste stukje, waar we nog niets van weten. Hoe zal het ons vergaan? Deze avond bracht antwoorden over dat láátste stukje, op weg naar de dood.

20160915-cd-7

 

Tekst: Rianne Uijtdewillegen

 

Het boek: Leven in het zicht van de dood, is verkrijgbaar onder ISBN: 9789025901738
Uitgeverij: Ten Have

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Nieuwe coördinatoren Gemma en Hermie

De stichting VPTZ West-Brabant & Tholen biedt daar waar nodig tijd, aandacht en ondersteuning aan diegenen die weten dat zij binnen niet al te lange tijd gaan overlijden. Vanaf 1 september 2016 is ons coördinatieteam versterkt met Gemma Wagemakers en Hermie Derks.

Gemma ws       Hermie ws

Gemma Wagemakers                    Hermie Derks

Gemma gaat het werkgebied Bergen op Zoom en Woensdrecht beheren, Hermie gaat als vliegende kiep aan de slag en valt in waar dat nodig is. We zijn als VPTZ erg blij met deze twee nieuwe enthousiaste vrijwillige coördinatoren en wensen hen alle succes.

Gemma en Hermie maken nu deel uit van een hecht netwerk. Met elkaar dragen wij ertoe bij dat iemand in die belangrijke laatste levensfase de regie kan houden over zijn of haar leven.

Hier is ook een woord van dank op zijn plaats aan Lenny Verresen en Monique Snepvangers, die jarenlang deze vervullende positie hebben bekleed. We nemen officieel afscheid van hen in de vergadering van oktober.

 

Tekst: LJS

Café Doodgewoon West-Brabant Jacinta van Harteveld

Sterven als een reis naar het onbekende, een lezing door Jacinta van Harteveld

Op donderdag 15 september komt schrijfster Jacinta van Harteveld naar Roosendaal. Zij heeft het boek ‘Leven in het zicht van de dood’ geschreven, een onmisbaar en praktisch boek, als iemand van wie je houdt, sterft.

Jacinta gaat het in een boeiende lezing hebben over voortekenen van het sterven. Opvallend vaak doen mensen in hun laatste levensdagen uitspraken die te maken hebben met reizen of weggaan: ‘Staan mijn schoenen klaar?’, ‘Is er een plattegrond hoe ik hier uitkom?’, ‘Ik moet hier weg’. Het kunnen tekenen van verwardheid zijn, maar het is evengoed mogelijk dat de stervende zich voorbereidt op zijn laatste reis.

Tijdens de lezing verkennen we hoe mensen zich voorbereiden op het naderende afscheid en wat ze hierin tegen kunnen komen aan hoop, angst, ontkenning, vreugde, verdriet en de verschillende voortekenen van het sterven, zoals spreken in beeldentaal, intens dromen, een veranderende tijdsbeleving en onrust. Zorgverleners en naasten krijgen handvatten aangereikt hoe deze tekenen  te verstaan en erop te reageren, in de hoop dat de mens die afscheid heeft te nemen zich meer begrepen voelt en diens laatste levensdagen minder eenzaam zijn.

Jacinta van Harteveld is opgeleid tot verpleegkundige en verplegingswetenschapper en werkte als onderzoeker, leidinggevende en coördinator in Hospice Issoria in Leiden. Nu is Jacinta werkzaam als zzp-er en geeft zij lezingen, trainingen en individuele ondersteuning op het gebied van palliatieve zorg en rouw.

Datum: 15 september 2016, tijd: 19.30 – 21.30 uur.

De zaal is open vanaf 19.00 uur.

Locatie: De Binnentuin van TWB, Belder 2-4, 4704 RK in Roosendaal.

Na afloop is er ruimte en tijd om onder het genot van een hapje en een drankje na te praten. De toegang is gratis.

 JVG                          Boek

Vijf maal per jaar organiseren VPTZ West-Brabant & Tholen en het Netwerk Palliatieve Zorg een Café Doodgewoon West-Brabant. Doel is de samenwerking tussen zorgverleners te verbeteren & kennis rondom palliatieve zorg te delen. Artsen, geestelijk verzorgers, verzorgenden en verpleegkundigen, mantelzorgers, vrijwilligers en geïnteresseerden in de palliatieve zorg zijn welkom.

 Voor onderwerpen van komende bijeenkomsten, zie www.doodgewoonwestbrabant.nl

 Aanmelden hoeft niet, maar mág wel, via: cafe@doodgewoonwestbrabant.nl 

Tekst LJS

Groep vrijwilligers uitgebreid met 9 nieuwe kanjers

Op 17 augustus 2016 ontvingen Anne, Gemma, Joke, Johan, Heidi, Miranda, Hermie, Anneke en Margot hun certificaat uit handen van regiocoördinator Ellen van der Weijde en coördinator Joke Frankhuijzen.

Klaarstaan voor een medemens, zo hoort het, maar toch. VPTZ vrijwilligers voegen de daad bij het woord. 

Zij hebben gekozen voor de zorg aan hen die nog maar kort te leven hebben. Dank jullie wel!

We wensen de nieuwkomers van harte welkom bij VPTZ West-Brabant & Tholen.

 

Tekst: LJS

Wat als medicatie oorzaak van lijden wordt?

Themabijeenkomst Netwerk Palliatieve Zorg Etten-Leur & Zundert

Het onderwerp van de themabijeenkomst van het Netwerk Palliatieve Zorg in juli 2016 ‘Wat als medicatie de oorzaak van het lijden wordt?’ wordt boeiend gevonden. De opkomst is hoog, meer dan 70 verpleegkundigen, VPTZ vrijwilligers en één arts laten zich in de kapel bij het Centraal Kantoor van Avoord Zorg en Wonen informeren over de gevolgen van polyfarmacie, het gebruik van 5 of meer geneesmiddelen.

De waslijst aan medicatie die een patiënt aan het einde van zijn leven krijgt toegediend, kan ook teveel van het goede zijn. Zijn we ons voldoende bewust van mogelijke interacties en bijwerkingen? Welke medicijnen zijn nog zinvol in dit stadium? Internist, oncoloog en palliatief deskundige Stans Verhagen, verbonden aan het Radboudumc in Nijmegen, is vanavond naar Etten-Leur gekomen om de valkuilen en interactie bij medicatie in de (pre) terminale patiënt te bespreken.

Dr. Verhagen uit zijn ongenoegen over het routinematig een blik medicijnen opentrekken om bijvoorbeeld reutelen te voorkomen.

Toediening van morfine kan leiden tot obstipatie en verwardheid als geen rekening wordt gehouden met de juiste frequentie, dosis, leeftijd en gewicht van de patiënt. Afhankelijk van de halfwaardetijd van het middel en de frequentie van het toedienen schommelt de spiegel meer of minder sterk en komt de spiegel (vaak) onder de effectieve dosis. De patiënt kan ‘vergiftigd’ raken met een verminderde ademhaling als gevolg. Er kan dan onterecht besloten worden te beginnen met palliatieve sedatie.

Aan de hand van de casus van mevrouw D wordt een acute opname met ‘ileus’ en verwarring besproken. De klachten blijken veroorzaakt te zijn door de vele medicijnen die zijn voorgeschreven, die een ‘farmacodynamisch’, voor een deel een elkaar versterkend en voor een ander deel een tegengesteld effect hebben.

Wanneer mensen in de palliatieve fase 5 of meer geneesmiddelen innemen is het belangrijk om het volgende te beseffen: door de interactie worden werkingen en de bijwerkingen van de medicijnen opgeteld, door de interactie kan de werking tenietgaan, door de interactie wordt de stofwisseling beïnvloed (↑↓) en de uitscheidingen ook. Bij een patiënt in de palliatief terminale fase verandert de ‘normale’ werking van de medicatie.

De geneesmiddelen zijn zelden getest in samenhang met andere medicatie.

De geneesmiddelen zijn zelden getest bij patiënten die tegelijkertijd twee of meer stoornissen of aandoeningen hebben.

De geneesmiddelen zijn zelden getest in palliatieve fase.

En, de geneesmiddelen zijn nooit getest in de terminale fase.

Kortom, de voorgeschreven geneesmiddelen zijn niet goedgekeurd voor de gebruikte combinaties, en in de palliatieve fase ‘off-label’, dat betekent ‘niet-geregistreerd’. De geneesmiddelen worden toegepast voor een indicatie en in een dosering waarvoor het geneesmiddel niet is geregistreerd.

Artsen schrijven natuurlijk met alle goede bedoelingen de medicijnen voor, maar de opgetelde gevolgen kunnen leiden tot lijden, tot medicijn geïndiceerde klachten, die vaak niet als zodanig herkend worden.

Het systeem van waarschuwen door de apotheek in de palliatieve fase faalt, volgens dr. Verhagen. Hij pleit ervoor, dat bij patiënten wanneer zij ‘verhuizen’, van bijvoorbeeld huis naar het ziekenhuis, of naar het verzorgingshuis,  opnieuw kritisch wordt gekeken naar de medicijnvoorschriften. Kijkend naar de conditie van de patiënt, hoe het is gesteld met de stofwisseling en uitscheidingen, de gevoeligheid van de doelorganen, de gevoeligheid voor de bijwerkingen etc.

20% van de ziekenhuisopnames wordt veroorzaakt door medicatieproblematiek, maar bij gebruik van meer dan 6 tot 8 middelen is de kans op problemen 80% geworden. In de palliatieve fase is 4-10 middelen gelijktijdig de norm.

Dr. Verhagen is een voorstander van het staken van chronische medicatie in de palliatieve fase. Er moet dan juist aandacht zijn voor symptomatische behandelingen, met oog voor de oorzaak van de klacht.

Er is nog weinig wetenschappelijk onderzoek gedaan naar een rationele vorm van saneren, het aanpassen van de medicatielijst. Dr. Verhagen heeft een ezelsbruggetje met de letters SVP PAS AAN. In het kort: screen de medicijnlijst, stop of vervang bepaalde geneesmiddelen en pas de lijst stapsgewijs aan.

Geconcludeerd wordt dat polyfarmacie, het gebruik van 5 of meer geneesmiddelen, in zichzelf het belangrijkste probleem vormt. Durf te minderen, is Dr. Verhagen’s devies. De meest frequente hardnekkige complicaties in palliatieve fase zijn vaak gastro-intestinaal en cognitief en deze complicaties worden veelal door de voorgeschreven geneesmiddelen veroorzaakt. Voortgaande verslechtering in palliatieve fase zal invloed hebben op de opname, de stofwisseling, de uitscheiding en de gevoeligheid voor medicijnen.

Voor proactief beleid, moeten artsen durven te stoppen met bepaalde medicijnen en de problemen herkennen.

Dr. Stans Verhagen noemt de aanwezigen de krenten in de pap. Aan hen de taak bij artsen voorzichtig de mogelijkheid te opperen, wanneer het vele medicijngebruik tot nog meer lijden heeft geleid.

 

Tekst: L. Jorritsma-Smit, kantoorcoördinator VPTZ West-Brabant & Tholen

 

Café Doodgewoon West-Brabant

Op donderdag 16 juni kwam de regen met bakken uit de lucht, maar dat weerhield de ruim 60 bezoekers aan Café Doodgewoon West-Brabant niet om de interactieve lezing door specialist ouderengeneeskunde Ronald van Nordennen bij te wonen. Onderwerp was het nu zeer actuele thema ‘Euthanasie bij Dementie’.

De laatste jaren heeft het onderwerp palliatieve zorg bij mensen met dementie steeds meer aandacht gekregen. Ook terecht, want mensen met dementie en hun naasten hebben goede zorg nodig in deze soms moeilijke periode in het leven. Het onderwerp euthanasie bij dementie maakt onderdeel uit van deze palliatieve zorg.

Aan de hand van stellingen werd de kennis van het publiek rondom het onderwerp getoetst. Het blijkt bij dementie van groot belang te zijn om vroegtijdig in gesprek te gaan met je huisarts en andere behandelaars over de laatste fase bij dementie. Als je je wensen aan de arts vertelt, zal die deze in jouw dossier opnemen.

Ronald van Nordennen kon het belang van de steeds ge-update wilsverklaring niet genoeg benadrukken. Een arts heeft niets aan een wilsverklaring van jaren geleden, die in een lade is gelegd en waarover nooit persoonlijk met de arts is gesproken. De huisarts en de onafhankelijke SCEN (Steun en Consultatie bij Euthanasie in Nederland) arts moeten kunnen invoelen dat de situatie uitzichtloos is.

De rol van de huisarts, wat het betekent om een palliatief beleid te voeren, welke afspraken je maakt over bijvoorbeeld reanimeren en ook een begeleide STED (SToppen met Eten en Drinken)  komen aan bod.

Het was een zeer geslaagde avond, waarbij de zowel de formele als informele zorg vertegenwoordigd waren.

 

Tekst: L. Jorritsma-Smit, kantoorcoördinator VPTZ West-Brabant & Tholen