De kapel van Regionaal Behandelcentrum Wiekendael is een goed gekozen locatie. Er hangt een spirituele sfeer. “Boven verwachting veel gasten hebben zich voor deze studiedag aangemeld”, zo opent voorzitter van de Stichting Dood & Rouw, mevrouw Lidewij van de Loo haar welkomstwoord voor de studiedag. “Vandaag gaan we ‘aan de slag met verlies’. Een ‘veertiger’ gaat ons op deze dag begeleiden met een frisse blik op het thema. Met passie en compassie. Jakob van Wielink, aan jou het woord”:
“Nog maar nét hoor, net veertig geworden!”, reageert Jakob. Hij begint met het voorlezen van een gedicht van de Poolse schrijfster Wislawa Szymborska :’Het schrijven van een c.v.’ Een c.v. waarin alles kort beschreven wordt, naam, waar je woont, wat je doet en gedaan hebt. Het beschrijft niet wie je bent. Wat voor werk je hebt gedaan, niet hóe je dat deed. Citaat: ‘Ongeacht de lengte van het leven moet het c.v. kort zijn’. Het gedicht laat zien: een c.v. vertelt alles over je, maar tegelijk, eigenlijk ook niets.
Het werkelijke verhaal
Jacob gaat in op de betekenis van verlies, van rouw. “Rouw is heel gecompliceerd, hoe langer ik ermee te maken heb in mijn werk en persoonlijk leven, heb ik het gevoel dat ik er steeds minder van begrijp”. Rouw is gelaagd. Waar rouwen we over? Verlieservaring heeft namelijk niet alleen te maken met de dood. Het gevoel van verlies kan ook veroorzaakt worden door andere soorten verlies: ontslag, echtscheiding, het verlies van je gezondheid. Hij haalt een citaat aan van Julian Barnes: ‘Rouwen kan ook een soort wedstrijd worden: ‘kijk toch eens hoeveel ik van haar/hem heb gehouden, en met deze tranen bewijs ik dat (en win ik de beker). De verleiding bestaat om te denken, zo niet te zeggen, ‘ik ben van grotere hoogte ter aarde gestort dan jij’, zie mijn uiteengereten organen. De door verdriet overmanden eisen sympathie, maar onderschatten, geprikkeld door elke aantasting van hun primaat, de pijn die anderen vanwege hetzelfde verlies lijden.’
Rouw is een getuigenverklaringsproces. Wie wil er naar jouw verhaal luisteren? We zoeken een bevestiging, willen gehoord worden alsof we zoeken naar toestemming. Jakob: “Let wel, er is geen goed of fout rouwen! Wel ‘onhandig rouwen’, als anderen er last van ondervinden, zoals bv. in het citaat van Barnes. Het heeft te maken met, en dit is een Engelstalige term die ik niet op zo’n krachtige wijze kan vertalen als het in het Engels van betekenis is, the secure base. ‘De veilige basis’, het dekt de lading niet. Iedereen heeft dit in zijn leven meegemaakt. Het gaat over het moment dat je je openstelt voor iemand en die weert jouw behoefte af. Maar iedereen, dat weet ik ook zeker, heeft veerkracht, en daarnaar ben ik op zoek”.
Hóe rouwen wij? In de vorige eeuw hebben twee grootheden zich daar uitvoering over gebogen en erover gesproken. Sigmund Freud had het over rouwarbeid, het loslaten van de hechting aan de persoon die is gestorven. Een groot deel van de vorige eeuw wordt gedomineerd door deze denkwijze. Later, in 1969, komt Elisabeth Kübler Ross met de curve: de vijf fases waarin een rouwproces verloopt. Maar rouw is iets persoonlijks, er is geen tijd te noemen wanneer rouw ‘klaar’ is. Jakob tekent twee cirkels.
De eerste cirkel symboliseert de verdrietige periode waarin bijna geen plaats is voor andere gevoelens. De andere cirkel gaat over de tijd van herstel waarin ruimte is om te praten, vooruit te kijken. Doorgaans zal een rouwproces regelmatig beiden cirkels aangaan, het gaat op en neer. Rouw is nooit klaar, er is aandacht voor beide kanten.
Nét voor de koffie, waar iedereen inmiddels wel naar verlangt, tipt Jakob aan dat vrouwen vaak, stereotiep, anders rouwen dan mannen. Dat vrouwen ‘doorgaans’ eerst en langer in de eerste fase blijven, mannen sneller overgaan naar de tweede. Weer aan de gang gaan, ‘doorgaan’ met dingen aanpakken. Jakob: “Let wel, stereotypisch hé, niet alle mannen of alle vrouwen doen het ‘op die manier’. Natuurlijk moet je dat nuanceren”. In de pauze is er tijd om even bij te praten, het gehoorde te laten bezinken. Boeken liggen op een tafel als ‘lees-tip’.*
Jakob: “Wiens behoefte is het om ergens om te vragen? Over wie gaat het nu?” Een situatie zoals dit in gesprekken vaak voorkomt. Rouwen is het herschrijven van je verhaal, het is meer dan verdriet, het is voelen, denken. Je zoekt getuigen, het verhaal moet verteld worden. Jakob zet de aanwezigen aan het werk: ‘maak op een papier een tijdslijn. Die lijn is ons leven van geboorte tot nu toe. Voor gelukkige momenten zet je er zonnetjes op, grote, of wat kleinere. Voor verdrietige momenten zet je een kruisje, of een groter kruis’. Hij maakt zijn eigen tijdlijn, laat zien waar zijn zonnetjes/zonnen, kruizen en kruisjes staan. Het is duidelijk, ze gaan aan de gang. Veel zonnen, ook veel kruizen verschijnen op papier. In tweetallen moeten ze elkaar vertellen (de ander luistert alleen maar, zegt niets!) waar de kruizen en zonnetjes voor staan. En wat een eyeopener: ook al denk je dat je veel erge dingen hebt meegemaakt, er verschijnen toch ook veel zonnetjes. Je ziet dingen in perspectief. Een van de aanwezigen vraagt of je dit kun doen tijdens bv. een rouwbezoek. Jacob: ”Dat kan je alleen doen als je zelf ook bereid bent dit te doen. Dat is het uitgangspunt. Vraag anderen niets waartoe jezelf niet bereid bent te doen”.
Jakob vraagt de mensen elkaar in de ogen te kijken, intensief is dit. Je voelt je kwetsbaar, naakt. Maar wát een vertrouwen ontstaat er in zo’n korte tijd. Dat je elkaar zo diep in de ogen kijkt, laat kijken.
Terry Verhaeren van VPTZ verwoordt het zo:
Ontvangen met lege handen
luisteren zonder iets te ‘moeten’
ruimte geven aan andermans verhaal
elkaar ‘ont-moeten’
Na een smakelijke lunch en gezellige onderonsjes waar de stof van de ochtend uitvoerig wordt besproken is het tijd voor het middagprogramma.
Kijkend naar de familiegeschiedenis
Jakob: “De mens is vrij geboren en is alom geketend. Een kind kijkt om zich heen, en ziet het veld dat achter ons ligt. Als je vooruit wil, moet je achteruit kijken”. Wat wil dat zeggen? Veel gebeurtenissen in ons leven hebben een oorzaak die vele jaren voor onze geboorte ligt. Ervaringen van vader, moeder, of van hun ouders. Pijn over het niet kunnen hechten aan mensen, of juist geclaimd zijn geweest. Allerlei gevoelens kunnen oorzaak zijn van gedrag van ouders of familieleden, waarmee een kind te maken kan krijgen in het leven. Om dit naar boven te krijgen, dit te zien is het mogelijk een familieopstelling te doen.
Twee dames uit het gezelschap melden spontaan dat ze dit wel willen doen. Ervaringen worden zichtbaar gemaakt. Een moeder die het verlies van haar vader niet kan verwerken en een kind met een oogziekte die de gevoelens van haar ouders heel haar jeugd heeft gevoeld.
Jakob vraagt om, als vertegenwoordiging van iedere ‘persoon’, iemand uit het publiek te halen. Zij beelden de vader, moeder, de schaamte uit. Steeds stelt Jacob vragen aan allemaal, en langzaam wordt duidelijk hoe de pijn, schaamte, boosheid maar ook machteloosheid en verdriet een rol speelde in de ervaringen en herinneringen van de hoofdpersoon. Heel interessant zo’n opstelling. Rouwen, kijken naar wat er is.
Jakob: “Wij gaan vanmiddag ‘met mildheid’ kijken naar de levens van ouders en voorvaders”. De opdracht is een stamboom te tekenen. De plaats van jezelf in het gezin aan te geven. Het gezin te beschrijven waarin je ouders zijn opgegroeid. Leven zij nog? Wat zijn bijzonderheden? Groeiden zij op in de oorlog of hebben wij die wellicht zelf voor een deel meegemaakt? Het kijken naar het verleden brengt herinneringen naar boven. Dingen die een ander licht kunnen werpen op gebeurtenissen in het leven. Jakob leest een mooi gedicht voor over herinnering. Weer vertellen we in tweetallen ons verhaal aan de ander. En vraagt Jakob ons elkaar in de ogen te kijken. Langer dan deze ochtend, opnieuw valt het op hoe moeilijk dat is, je bloot te geven aan een vreemde. Elkaar permissie te geven en te ontvangen.
De woorden van Jakob raakten ons in het hart.
En brachten ons in de binnencirkel, het niveau van de spiritualiteit
waar we contact maakten, van ziel tot ziel
en elkaar ont-moeten
want niets moet daar
je mag er zijn.
Terry Verhaeren
Zo komt er een einde aan een bijzondere dag, een dag met een open einde. Een dag die doet nadenken over rouw, over ons en het gedrag van anderen. Motieven die tot nu toe onduidelijk waren en nu geopenbaard zijn. Waarom weerde hij/zij mij af? Nu ligt dit in een andere context. Kunnen we begrijpen, vergeven. Oude wonden kunnen nu helen.
Jakob dankt de aanwezigen voor de medewerking, ze hebben hard gewerkt, dat is zeker.
Lidewij van de Loo bedankt op haar beurt Jakob van Wielink voor zijn indrukwekkende lezing en workshops: “Ze zijn zeer inspirerend, te kijken naar de stiltes, zo bijzonder om het vertrouwen te ontvangen, dankjewel Jakob”!
Ook de aanwezigen worden door haar bedankt en tegen half vier stroomt de kapel langzaam leeg. Veel indrukken zullen nog lang naklinken en velen zullen nog profijt hebben aan de handvatten die op deze dag zijn uitgereikt.
Tekst:
Rianne Uijtdewillegen
Met dank aan Terry Verhaeren voor haar inbreng
* Leestips:
Aan de slag met verlies. Coachen bij veranderingen op het werk
* Riet Fiddelaers-Jaspers en Jakob van Wielink(Waarin het gedicht van Wislawa Szymborska: ‘Het schrijven van een c.v.’)
Herbergen van verlies. Thuiskomen in het Land van Rouw* Riet Fiddelaers-Jaspers en Sabine Noten
(Waarin het gedicht van Hans Stolp ‘Herinnering’)
Met mijn ziel onder de arm. Tussen welkom heten en afscheid nemen
* Riet Fiddelaers-Jaspers
Hoogteverschillen
* Julian Barnes
Handboek rouw, rouwbegeleiding en rouwtherapie. Tussen presentie en interventie
* Harriëtte Modderman en Johan Maes (redactie)
How we grieve. Relearning the world
* Thomas Attig
Meaning Reconstruction and the Experience of Loss
* Robert A. Neimeyer (redacteur)