Onze coördinatoren

 

Van links naar rechts:

Terry Verhaeren, coördinator Etten Leur en Zundert e.o.

Lenny Verresen, coördinator Bergen op Zoom en Woensdrecht e.o.

Koosje Boulogne, coördinator Tholen en Steenbergen e.o.

Joke Frankhuijzen, coördinator Roosendaal en Halderberge e.o.

Monique Snepvangers, algemeen regionaal inzetbaar

 

Klein-website-werkgebied3

Werkgebied VPTZ West-Brabant & Tholen

Aan de slag met verlies

De kapel van Regionaal Behandelcentrum Wiekendael is een goed gekozen locatie. Er hangt een spirituele sfeer. “Boven verwachting veel gasten hebben zich voor deze studiedag aangemeld”, zo opent voorzitter van de Stichting Dood & Rouw, mevrouw Lidewij van de Loo haar welkomstwoord voor de studiedag. “Vandaag gaan we ‘aan de slag met verlies’. Een ‘veertiger’ gaat ons op deze dag begeleiden met een frisse blik op het thema. Met passie en compassie. Jakob van Wielink, aan jou het woord”:

“Nog maar nét hoor, net veertig geworden!”, reageert Jakob. Hij begint met het voorlezen van een gedicht van de Poolse schrijfster Wislawa Szymborska :’Het schrijven van een c.v.’ Een c.v. waarin alles kort beschreven wordt, naam, waar je woont, wat je doet en gedaan hebt. Het beschrijft niet wie je bent. Wat voor werk je hebt gedaan, niet hóe je dat deed. Citaat: ‘Ongeacht de lengte van het leven moet het c.v. kort zijn’. Het gedicht laat zien: een c.v. vertelt alles over je, maar tegelijk, eigenlijk ook niets.

Het werkelijke verhaal

 Jacob gaat in op de betekenis van verlies, van rouw. “Rouw is heel gecompliceerd, hoe langer ik ermee te maken heb in mijn werk en persoonlijk leven, heb ik het gevoel dat ik er steeds minder van begrijp”. Rouw is gelaagd. Waar rouwen we over? Verlieservaring heeft namelijk niet alleen te maken met de dood. Het gevoel van verlies kan ook veroorzaakt worden door andere soorten verlies: ontslag, echtscheiding, het verlies van je gezondheid. Hij haalt een citaat aan van Julian Barnes: ‘Rouwen kan ook een soort wedstrijd worden: ‘kijk toch eens hoeveel ik van haar/hem heb gehouden, en met deze tranen bewijs ik dat (en win ik de beker). De verleiding bestaat om te denken, zo niet te zeggen, ‘ik ben van grotere hoogte ter aarde gestort dan jij’, zie mijn uiteengereten organen. De door verdriet overmanden eisen sympathie, maar onderschatten, geprikkeld door elke aantasting van hun primaat, de pijn die anderen vanwege hetzelfde verlies lijden.’

Rouw is een getuigenverklaringsproces. Wie wil er naar jouw verhaal luisteren? We zoeken een bevestiging, willen gehoord worden alsof we zoeken naar toestemming. Jakob: “Let wel, er is geen goed of fout rouwen! Wel ‘onhandig rouwen’, als anderen er last van ondervinden, zoals bv. in het citaat van Barnes. Het heeft te maken met, en dit is een Engelstalige term die ik niet op zo’n krachtige wijze kan vertalen als het in het Engels van betekenis is, the secure base. ‘De veilige basis’, het dekt de lading niet. Iedereen heeft dit in zijn leven meegemaakt. Het gaat over het moment dat je je openstelt voor iemand en die weert jouw behoefte af. Maar iedereen, dat weet ik ook zeker, heeft veerkracht, en daarnaar ben ik op zoek”.

Hóe rouwen wij? In de vorige eeuw hebben twee grootheden zich daar uitvoering over gebogen en erover gesproken. Sigmund Freud had het over rouwarbeid, het loslaten van de hechting aan de persoon die is gestorven. Een groot deel van de vorige eeuw wordt gedomineerd door deze denkwijze. Later, in 1969, komt Elisabeth Kübler Ross met de curve: de vijf fases waarin een rouwproces verloopt. Maar rouw is iets persoonlijks, er is geen tijd te noemen wanneer rouw ‘klaar’ is. Jakob tekent twee cirkels.

De eerste cirkel symboliseert de verdrietige periode waarin bijna geen plaats is voor andere gevoelens. De andere cirkel gaat over de tijd van herstel waarin ruimte is om te praten, vooruit te kijken. Doorgaans zal een rouwproces regelmatig beiden cirkels aangaan, het gaat op en neer. Rouw is nooit klaar, er is aandacht voor beide kanten.

Nét voor de koffie, waar iedereen inmiddels wel naar verlangt, tipt Jakob aan dat vrouwen vaak, stereotiep, anders rouwen dan mannen. Dat vrouwen ‘doorgaans’ eerst en langer in de eerste fase blijven, mannen sneller overgaan naar de tweede. Weer aan de gang gaan, ‘doorgaan’ met dingen aanpakken. Jakob: “Let wel, stereotypisch hé, niet alle mannen of alle vrouwen doen het ‘op die manier’. Natuurlijk moet je dat nuanceren”. In de pauze is er tijd om even bij te praten, het gehoorde te laten bezinken. Boeken liggen op een tafel als ‘lees-tip’.*

Jakob: “Wiens behoefte is het om ergens om te vragen? Over wie gaat het nu?” Een situatie zoals dit in gesprekken vaak voorkomt. Rouwen is het herschrijven van je verhaal, het is meer dan verdriet, het is voelen, denken. Je zoekt getuigen, het verhaal moet verteld worden. Jakob zet de aanwezigen aan het werk: ‘maak op een papier een tijdslijn. Die lijn is ons leven van geboorte tot nu toe. Voor gelukkige momenten zet je er zonnetjes op, grote, of wat kleinere. Voor verdrietige momenten zet je een kruisje, of een groter kruis’. Hij maakt zijn eigen tijdlijn, laat zien waar zijn zonnetjes/zonnen, kruizen en kruisjes staan. Het is duidelijk, ze gaan aan de gang. Veel zonnen, ook veel kruizen verschijnen op papier. In tweetallen moeten ze elkaar vertellen (de ander luistert alleen maar, zegt niets!) waar de kruizen en zonnetjes voor staan. En wat een eyeopener: ook al denk je dat je veel erge dingen hebt meegemaakt, er verschijnen toch ook veel zonnetjes. Je ziet dingen in perspectief. Een van de aanwezigen vraagt of je dit kun doen tijdens bv. een rouwbezoek. Jacob: ”Dat kan je alleen doen als je zelf ook bereid bent dit te doen. Dat is het uitgangspunt. Vraag anderen niets waartoe jezelf niet bereid bent te doen”.

Jakob vraagt de mensen elkaar in de ogen te kijken, intensief is dit. Je voelt je kwetsbaar, naakt. Maar wát een vertrouwen ontstaat er in zo’n korte tijd. Dat je elkaar zo diep in de ogen kijkt, laat kijken.

Terry Verhaeren van VPTZ verwoordt het zo:

Ontvangen met lege handen

luisteren zonder iets te ‘moeten’

ruimte geven aan andermans verhaal

elkaar ‘ont-moeten’

Na een smakelijke lunch en gezellige onderonsjes waar de stof van de ochtend uitvoerig wordt besproken is het tijd voor het middagprogramma.

Kijkend naar de familiegeschiedenis

 Jakob: “De mens is vrij geboren en is alom geketend. Een kind kijkt om zich heen, en ziet het veld dat achter ons ligt. Als je vooruit wil, moet je achteruit kijken”. Wat wil dat zeggen? Veel gebeurtenissen in ons leven hebben een oorzaak die vele jaren voor onze geboorte ligt. Ervaringen van vader, moeder, of van hun ouders. Pijn over het niet kunnen hechten aan mensen, of juist geclaimd zijn geweest. Allerlei gevoelens kunnen oorzaak zijn van gedrag van ouders of familieleden, waarmee een kind te maken kan krijgen in het leven. Om dit naar boven te krijgen, dit te zien is het mogelijk een familieopstelling te doen.

Twee dames uit het gezelschap melden spontaan dat ze dit wel willen doen. Ervaringen worden zichtbaar gemaakt. Een moeder die het verlies van haar vader niet kan verwerken en een kind met een oogziekte die de gevoelens van haar ouders heel haar jeugd heeft gevoeld.

Jakob vraagt om, als vertegenwoordiging van iedere ‘persoon’, iemand uit het publiek te halen. Zij beelden de vader, moeder, de schaamte uit. Steeds stelt Jacob vragen aan allemaal, en langzaam wordt duidelijk hoe de pijn, schaamte, boosheid maar ook machteloosheid en verdriet een rol speelde in de ervaringen en herinneringen van de hoofdpersoon. Heel interessant zo’n opstelling. Rouwen, kijken naar wat er is.

Jakob: “Wij gaan vanmiddag ‘met mildheid’ kijken naar de levens van ouders en voorvaders”. De opdracht is een stamboom te tekenen. De plaats van jezelf in het gezin aan te geven. Het gezin te beschrijven waarin je ouders zijn opgegroeid. Leven zij nog? Wat zijn bijzonderheden? Groeiden zij op in de oorlog of hebben wij die wellicht zelf voor een deel meegemaakt? Het kijken naar het verleden brengt herinneringen naar boven. Dingen die een ander licht kunnen werpen op gebeurtenissen in het leven. Jakob leest een mooi gedicht voor over herinnering. Weer vertellen we in tweetallen ons verhaal aan de ander. En vraagt Jakob ons elkaar in de ogen te kijken. Langer dan deze ochtend, opnieuw valt het op hoe moeilijk dat is, je bloot te geven aan een vreemde. Elkaar permissie te geven en te ontvangen.

 De woorden van Jakob raakten ons in het hart.

En brachten ons in de binnencirkel, het niveau van de spiritualiteit
waar we contact maakten, van ziel tot ziel
en elkaar ont-moeten
want niets moet daar
je mag er zijn.

Terry Verhaeren

Zo komt er een einde aan een bijzondere dag, een dag met een open einde. Een dag die doet nadenken over rouw, over ons en het gedrag van anderen. Motieven die tot nu toe onduidelijk waren en nu geopenbaard zijn. Waarom weerde hij/zij mij af? Nu ligt dit in een andere context. Kunnen we begrijpen, vergeven. Oude wonden kunnen nu helen.

Jakob dankt de aanwezigen voor de medewerking, ze hebben hard gewerkt, dat is zeker.

Lidewij van de Loo bedankt op haar beurt Jakob van Wielink voor zijn indrukwekkende lezing en workshops: “Ze zijn zeer inspirerend, te kijken naar de stiltes, zo bijzonder om het vertrouwen te ontvangen, dankjewel Jakob”!

Ook de aanwezigen worden door haar bedankt en tegen half vier stroomt de kapel langzaam leeg. Veel indrukken zullen nog lang naklinken en velen zullen nog profijt hebben aan de handvatten die op deze dag zijn uitgereikt.

Tekst:

Rianne Uijtdewillegen

Met dank aan Terry Verhaeren voor haar inbreng

 

* Leestips:

Aan de slag met verlies. Coachen bij veranderingen op het werk

* Riet Fiddelaers-Jaspers en Jakob van Wielink(Waarin het gedicht van Wislawa Szymborska: ‘Het schrijven van een c.v.’)

Herbergen van verlies. Thuiskomen in het Land van Rouw* Riet Fiddelaers-Jaspers en Sabine Noten

(Waarin het gedicht van Hans Stolp ‘Herinnering’)

Met mijn ziel onder de arm. Tussen welkom heten en afscheid nemen
* Riet Fiddelaers-Jaspers

Hoogteverschillen
* Julian Barnes

Handboek rouw, rouwbegeleiding en rouwtherapie. Tussen presentie en interventie
* Harriëtte Modderman en Johan Maes (redactie)

How we grieve. Relearning the world
* Thomas Attig

Meaning Reconstruction and the Experience of Loss
* Robert A. Neimeyer (redacteur)

 

Gedicht: Het schrijven van een c.v.

Het schrijven van een c.v.

Wat moet je doen?

Je moet een aanvraag indienen

en bij die aanvraag een c.v. insluiten.

Ongeacht de lengte van het leven

moet het c.v. kort zijn.

Bondigheid en selectie zijn verplicht.

Vervang landschappen door adressen

en wankele herinneringen door vaste data.

Van alle liefdes volstaan de echtelijke,

en van de kinderen alleen die welke geboren zijn.

Wie jou kent is belangrijker dan wie jij kent.

Reizen alleen indien buitenslands.

Lidmaatschappen waarvan maar niet waarom.

Onderscheidingen zonder waarvoor.

Schrijf zo alsof je nooit met jezelf hebt gepraat

en altijd ver uit je eigen buurt bent gebleven.

Ga zwijgend voorbij aan honden, katten, vogels,

rommeltjes van vroeger, vrienden, dromen.

Liever de prijs dan de waarde,

de titel dan de inhoud.

Eerder nog de schoenmaat dan waarheen hij loopt,

hij voor wie jij doorgaat.

Daarbij een foto met één oor vrij.

Zijn vorm telt, niet wat het hoort.

Wat hoort het dan?

Het dreunen van de papiervernietigers.

***

Wislawa Szymborska, vertaling Gerard Rasch

 

Oorspronkelijk uit Roepen naar Yeti, 1957; in Nederlandse vertaling opgenomen in Einde en begin: Verzamelde gedichten (9e, uitgebreide druk), Amsterdam: Meulenhoff, 2007.

Gedicht: Herinnering

Herinnering

 

Omkijken? Liever niet.

Want kijken, écht kijken

doet pijn. Je voelt weer

hoe het was, de pijn, het gemis.

 

Omkijken? Liever niet.

En als het moet, dan maar

gewapend als beton, met

droge ogen, jij er niet bij.

 

Herinnering. Zonder tranen

gaat het niet. Maar door

de tranen heen blijft

liefde levend, vind jij jezelf terug.

 

Herinnering. Alleen wie om

kan kijken, kan vooruit zien.

Wie tranen zaait, zal licht

en toekomst oogsten.

 

***

 

Hans Stolp

 

Uit: Kijken met de ogen van je hart. Kampen: Uitgeverij Ten Have.

 

Grensverleggend samenwerken, samen zijn we sterker

Samenwerken, dat is de toekomst. Daarover zijn alle aanwezigen het wel eens: samenwerking tussen organisaties, ‘er zijn’ voor de cliënt, mantelzorgers en naasten, is dé manier om de kwaliteit van zorg op een menswaardig peil te waarborgen.

“Welkom”, Meta Vrijhoef van Netwerk Palliatieve Zorg neemt het woord namens voorzitter Janneke van Vliet die helaas verhinderd is. Meta verontschuldigt zich voor de ingewikkelde route naar de aula in het Franciscus Ziekenhuis welke overigens uitstekend bewegwijzerd is. “Deze route”, zo geeft zij aan, is een parallel met het thema van vandaag. We gaan de grenzen zoeken, welke route zullen we nemen, waar gaan we naar toe?”

Na een terugblik op het afgelopen jaar, in 2013 bestond Netwerk palliatieve zorg 10 jaar, beschrijft Meta hoe de dag verder zal verlopen en kondigt zij Madeleine Timmermann aan. Madeleine is verbonden aan het Kennis & Expertise Centrum van Stichting Groenhuysen te Roosendaal.

Spiritualiteit

Madeleine gaat in op het thema van de dag: “grenzen verkennen, verleggen”. Zij haalt hierbij het boek van Hella Haasse ‘Heren van de Thee’ aan. Ze vertelt kort over de inhoud: “Het gaat over een man, hij verblijft in het voormalig Nederlands Indië. De zaken lopen niet zoals hij zou willen, de familie in Nederland verwacht meer van hem. Uiteindelijk schrijft hij een brief, een brief vol verwijten en klachten. Een familielid in Nederland leest de brief en reageert boos, de brief drijft een wig tussen de families. Later, veel later leest de man in Nederland de brief nog een keer. En, nu leest hij hem heel anders. Het wordt hem duidelijk wat de man heeft bedoeld. Nu kan hij ook de omstandigheden laten meewegen; de man in het diepe zuiden had geen kinderen, hij en zijn vrouw leden hier zeer onder. Zo zie je dat dingen, in een andere betekenislaag, een andere uitwerking en betekenis krijgen.”

Spiritualiteit is volgens Madeleine een alledaags iets. Het is altijd om ons heen. Het is‘verbonden zijn’. Spirit betekent geest. Maar het gaat over de hele mens, lichaam en ziel.

“In tijden van crises” zo vertelt Madeleine, “je ziet het vaak, dan is er ineens tijd voor bezinning. Er komen vragen op. Het gaat om verbondenheid. Verbondenheid met het moment, met jezelf, met anderen, met de natuur. Het is je levensbron”. Madeleine spreekt verder over rituelen. Ze haalt het afscheidsmoment aan zoals dat in Roosdonck de gewoonte is wanneer een overleden cliënt het hospice verlaat: stil staan, samen, verzorgenden en vrijwilligers. Spiritualiteit zit ook in communicatie. In woorden, verhalen, poëzie. Niet alleen in taal maar ook in muziek, of juist stilte of een kaarsje opsteken. En ten slotte, het mysterie van het sterven. Dat is geen roze wolk, het kost kracht om daarbij te zijn. Madeleine’s toespraak is een interessante kijk op de invloed van spiritualiteit op het leven, ‘de mens te zien’. Zij sluit haar lezing af met muziek en de tekst van een lied van de band ‘De dijk’: ‘Kan ik iets voor je doen?’

Laatste couplet:

Kan ik iets voor je zijn

een soort arm om je heen?

Zodat het iets minder schrijnt

En je niet zo alleen?

Dan wordt het gezelschap in groepen gedeeld om te gaan deelnemen aan de workshops.

Weer langs de trappen en wegwijzers, de groepen begeven zich naar de verschillende locaties en wisselen elkaar af. Drie workshops, na de tweede is er een pauze waarin een smakelijke Italiaanse maaltijd wordt geserveerd.

Kwaliteit van leven

Ellen van der Weijde, regiocoördinator van de Vrijwilligers Palliatieve Terminale Zorg

West-Brabant & Tholen (VPTZ) wil samen zoeken naar mogelijkheden om samen, met andere organisaties, te zorgen. Met Aad Joosten verzorgt zij de interactieve workshop. De meerwaarde van vrijwilligers in de palliatieve zorg is duidelijk. Kijkend naar de organisaties zie je de verschillen in de zorg rondom de cliënt. Zoals vrijwilligers kunnen werken is dat de gedroomde situatie voor verzorgenden in deze tijd: één-op-één werken met de cliënt, tijd hebben!

Aad Joosten brengt in beeld wie werkt in de reguliere zorg, betaald werkt, en wie vrijwilliger is, of nog andere functies heeft in de zorg. Hij vraagt zich af: hoe wil je het zien, wat ziet u nu en wat wilt u anders zien? Ellen: ”Steeds vaker worden vrijwilligers ingezet in tehuizen. Terminaal zieken zijn niet alleen mensen met de ziekte kanker, ook cliënten met dementie en andere ziekten zijn terminaal ziek te noemen”.

Een paar cijfers: als je het aan mensen vraagt wil 75% van de mensen thuis blijven, thuis sterven. Door de verschraling van de zorg zullen steeds meer mensen langer thuis en zelfstandig wonen. Hoe komt het dan dat zoveel mensen uiteindelijk toch opgenomen in een ziekenhuis? Dat heeft volgens Ellen en Joost veel verschillende redenen. Ellen: “Het is zaak om het werk van de vrijwilligers van VPTZ nóg veel meer uit te dragen bv. naar de huisartsen toe”.

Aan de hand van een aantal stellingen gaan de aanwezigen met elkaar aan de slag. Wisselend tussen de statafels met deze stellingen wordt er gediscussieerd.

‘Waar ligt de grens in samenwerking tussen formele en informele zorg’? ‘Als we meer zouden samenwerken, wat zou het ons, de cliënt en de mantelzorgers opbrengen’? De tijd is te kort om voor iedereen alle stellingen aan bod te laten komen. Maar interessant is het zeker, stof tot nadenken, openingen vinden waar het beter kan, of moet!

“Samen zijn we sterker”, zo besluit Ellen van der Weijde de workshop. Zeker waar, een mooi uitgangspunt om te bekijken waar meer samenwerking tussen organisaties kan leiden tot betere kwaliteit van zorg voor de palliatieve cliënt. Thuis, in het ziekenhuis, in een tehuis of het hospice.

Fysiotherapie in de laatste fase, is dat nou nodig? “Jazeker, fysiotherapie kan zoveel toevoegen aan het comfort van de cliënt!” Zo vinden de drie fysiotherapeuten van Netwerk palliatieve fysiotherapie. Gedrieën geven zij de workshop. Ze vertellen ieder over een deel van hun werk en wat zij voor de cliënt, maar ook voor de verzorgenden of mantelzorgers kunnen betekenen. “Wat belangrijk is”, zo begint Tanja Ivanovski, “is dat we van elkaar weten wát we doen. De communicatie tussen de organisaties rond de cliënt”. Fysiotherapie draagt bij aan het draaglijk maken van pijn en stress. Voorwaarde is dat wij als therapeuten rust brengen, zelf rustig zijn en zorgen dat we goed in ons vel zitten. Dat zijn voorwaarden. “Als een cliënt bij mij in de praktijk komt en hij of zij is gestrest, dan zeg ik vaak: ’ga eerst maar eens gewoon rustig liggen’. Stress versterkt namelijk ongemakken zoals angst, pijn, misselijkheid, benauwdheid”. Fysiotherapie is communicatie via de handen.

“Grensverleggend samenwerken, dat doen wij met dezelfde passie: de zorg voor de cliënt”, zo begint Annemarie Hendriks – van Zundert haar verhaal. “Met de druk vanuit de overheid en zorgverzekeringen in een tijd waarin alles sneller en in kortere tijd moet gebeuren is het goed om te kijken wat wij samen voor de cliënt kunnen betekenen”. Zij laat een filmpje zien: een man, hij kijkt niet vrolijk, eerder een beetje chagrijnig. Maar dan laat het filmpje het levensverhaal zien van de man, het hoe en waarom. Het laat de mens zien achter het gezicht.

“Waar kunnen wij als fysiotherapeuten mee helpen? Daarbij kijken we vooral naar de hulpvraag; we kunnen bv. advies geven over de toiletgang. Het kan heel belangrijk zijn voor een cliënt om dit zelf te kunnen. Niet hup, snel, op de postoel, nee, kijk hoe het mogelijk is voor de cliënt zolang mogelijk zelf naar het toilet te gaan. Andere dingen zijn bv. douchen, wandelen, aan tafel eten, verliggen in bed. Er wordt zo snel ‘voor de cliënt gedacht’, laten we een pas op de plaats maken en denken: hebben we het aan hém, of aan háár gevraagd?”

Ten slotte licht Conny Robbeson nog een aantal praktische zaken toe waar fysiotherapie van belang kan zijn. Dat is heel divers. Er zijn veel symptomen waar een cliënt mee te maken kan hebben en waar oefeningen, massage, hulpmiddelen en training een toegevoegde waarde kunnen zijn. Cliënten kunnen naar de gespecialiseerde fysiotherapeuten in palliatieve zorg verwezen worden. (palliafysio.wb@gmail.com).

Het gesprek aangaan

“Wanneer is het het juiste moment om een gesprek aan te gaan over de wensen van een cliënt over die laatste fase van het leven, en het stukje daarna, wat wilt ù?” Harold Stallaert is pastor en als consulent verbonden aan het Palliatief Consultatief Team van ziekenhuis Lievensberg in Bergen op Zoom. Hij vraagt zich af wanneer een goed moment voor een gesprek over wensen over de laatste fase zich aanbiedt. “Er zijn mensen die dat helemaal niet weten van hun partner, dat kan nare situaties geven wanneer het moment zich onverwacht aandient”. Hij haalt voorbeelden aan, een eigen ervaring, een slecht afscheid: ‘wie was die man waar ze het over hadden, was dát mijn vriend?’ een standaard verhaal dat opgedist wordt tijdens de crematie? Zonde is dat.

Nog een verhaal: “Een moeder, vijf kinderen, getrouwd, ze was de spil in het gezin: de diamant. De vraag komt: mama, wat wil jij? Een gesprek met veel diepgang en vertrouwen is het gevolg. Helaas, uiteindelijk gaan dingen toch anders. Er zijn vijf kinderen, ieder heeft zijn eigen relatie gehad met moeder, een eigen mening waarom het zo of anders moet. Daarom: Wat wilt ù?”

Hij heeft een plan opgevat: een wensenboek samenstellen. Maar wat zet je daarin? Zijn vraag is om dit per tafel, samen en individueel in te vullen. Vragen over wat wilt u nog bij leven? Op het laatst, wie wilt u zien, wilt u muziek, welke? Of juist niet? Leg je je niet vast op deze manier? Want, als ik straks daar lig, wil ik dat dan nog? Wanneer vul je dit wensenboek in? De discussies zijn levendig, antwoorden divers. Goed om bij stil te staan, dat gaan we doen hoor als we thuis zijn.

Is dat zo? Echt? Of schuiven we het nog maar even weg…?

Het is een mooie dag, heel veel vragen zijn aan bod gekomen, vele antwoorden zijn gegeven en we zijn het eens, SAMEN ZIJN WE STERKER!

 

Tekst: Rianne Uijtdewillegen, VPTZ West-brabant & Tholen

 

VPTZ ontvangt cheque voor ‘Monuta-boekenkast’

Op dinsdag 21 oktober jl heeft onze afdeling, VPTZ West-Brabant-Tholen, een cheque ontvangen ter waarde van € 1250,-. Het bedrag is ter beschikking gesteld door het Monuta Charity Fund, werd overhandigd door mevrouw Ellen Kok-Dekker van Monuta de Groen uit Roosendaal en mevrouw Suleika Schoumacher van Monuta Terol uit Bergen op Zoom. Het MCF steunt eenmalige projecten, initiatieven die zich verbinden met mensen in de moeilijke tijd voor of na het overlijden van een dierbare. Daarmee zijn ze bij VPTZ aan het juiste adres!

In april dit jaar is er een aanvraag gedaan bij MCF voor de aanschaf van een boekenkast.

De vrijwilligers Ginny Broekema, Ria Roggeband, Terry Verhaeren en Suzanne Meijer zullen de bibliotheek opnieuw gaan organiseren. Ze gaan nieuwe boeken, dvd’s en e-books kopen en zorgen voor een goed systeem zodat de boeken goed rouleren en beschikbaar zijn voor de vrijwilligers. De boeken sluiten op het werk en interesses van onze vrijwilligers.

VPTZ is erg ingenomen met de gift van MCF dat al ruim twaalf jaar lokale initiatieven steunt. Vier keer per jaar worden projecten gekozen uit een grote stapel aanvragen. Vorig jaar heeft het fund landelijk 104 projecten gesteund. De ‘Monuta-boekenkast’ krijgt een centrale plaats, in de kapel van Wiekendael, waar de vrijwilligers regelmatig samen zijn voor vergaderingen.

Tekst Rianne Uijtdewillegen

Inspiratie tweedaagse vrijwilligers in Dominicanenklooster

Samenkomen met dertig vrijwilligers in ‘bezinningsoase’ het Dominicanenklooster in Huissen. Dat was het cadeau voor VPTZ West-Brabant & Tholen op 18 en 19 september 2014, mede mogelijk gemaakt door een gulle gift van Charitas in Roosendaal. Wat zijn we er blij mee!

We hebben het kloosterritme ervaren, waarbij we welkom waren in de ochtend en avond dienst. We zijn in de watten gelegd door de koks, die met zorg en aandacht van verse producten van het seizoen heerlijke maaltijden zonder kunstmatige toevoegingen hebben geserveerd. We hebben elkaar op prettige wijze beter leren kennen.

Gedurende de twee dagen werden vier workshops gegeven in twee groepen. Uit Vrouwenpolder, het paradijselijk Zeeuwse Landgoed ’t Vierendeel, kwam Clementine van Opstal. Zij verzorgde een workshop bloemsierkunst met druivenranken en andere natuurproducten van eigen wijngaard en tuin.

Meditatieles werd gegeven door Erna Bakker en Theo Menting. We leerden ontspannen. We kregen inzicht en ervoeren aan den lijve wat het brengt wanneer je in het NU bent en leeft: minder stress, meer innerlijke rust en verbinding met dat wat er echt toe doet in het leven.

Bert Buizert van Stichting STEM gaf in twee sessies inzicht in de wijze waarop verschillende bevolkingsgroepen aankijken tegen de laatste levensfase. Sommige mensen weten dat ze niet lang meer te leven hebben of maken het van dichtbij mee. Voor anderen is dit nog heel ver weg. Maar bijna iedereen vindt het moeilijk om erover te praten. Want waar moet je het over hebben? Hoe doe je dat? En waarom zou je praten over doodgaan?

Te veel mensen sterven bijvoorbeeld, tegen hun zin in een ziekenhuisbed. Dat is, zeker in ons land, niet nodig en dat is ook niet wat de meeste mensen willen.

STEM staat voor Sterven op je Eigen Manier en is opgericht door praktijkmensen uit de medische zorg. STEM wil sterven uit de taboe- en medische sfeer halen en een volwaardige plaats in het leven geven door mensen te stimuleren over sterven te praten en handvatten te bieden hoe ze dat kunnen doen. STEM wil zorg en mensen bij elkaar brengen.

Uit onderzoek blijkt dat tevredenheid over de laatste levensfase vooral wordt ingegeven door de aanwezigheid van familie en vrienden. En of mensen in staat zijn zelf de regie te voeren in het realiseren van hun keuze.

De vrijwilligers van VPTZ hebben door oefeningen van Bert Buizert inzicht gekregen in eigen voorkeuren en valkuilen. We zijn ons bewust geworden van de groepen (proactieven, onbevangenen, socialen, vertrouwenden en rationelen) en hopen daardoor nog beter in te kunnen spelen op specifieke situaties. Er zijn, als het er om gaat! Als sterven dichtbij komt.

Belevingsmonument aan de Burg. Stulemeijerlaan tijdens de Roparun 2014

Bij het belevingsmonument aan de Burgemeester Stulemeijerlaan tijdens de Roparun 2014 in Bergen op Zoom hebben we mooie uren beleefd. Naast de teams renners en fietsers van de Roparun, kwamen ook buurtbewoners, medelevende aanmoedigers en familieleden in de tent en bij de troostboom, om kaartjes te schrijven, een kaarsje te branden, gewoon even stil te staan bij de gedichten van Sjoerd van den Boom en Dymph Jansen en ervaringen te delen. Vrijwilligers van VPTZ waren aanwezig voor de begeleiding.Vloeibare warmte 

Meerjarenbeleidsplan 2013-2018 en Jaarverslag 2013

Het meerjarenbeleidsplan 2013-2018 en het jaarverslag 2013 zijn gepubliceerd.

[one_second]Meerjarenbeleidsplan 2013 – 2018

[button title=”Bekijken” link=”https://vptz-westbrabanttholen.nl/wp-content/uploads/2014/05/Beleidsplan_2013-2018.pdf” target=”_blank” size=”” color=”” class=””][/one_second]

[one_second]Jaarverslag 2013

[button title=”Bekijken” link=”https://vptz-westbrabanttholen.nl/wp-content/uploads/2014/05/Jaarverslag2013.pdf” target=”_blank” size=”” color=”” class=””][/one_second]

Welkom nieuwe vrijwilligers!

VPTZ West-Brabant & Tholen heten nieuwe vrijwilligers Karien, Martine, Janneke, Bik, Marjolein, Irm, Joke en Cees van harte welkom.